Levensenergie ontdekte Reich toen hij aan de slag ging met zijn cliënten door hen aan te raken. Iets wat in de psychoanalyse volkomen taboe was. Tot zijn verbazing ontdekte hij dat door het bewerken van die spanningsgebieden, in de vorm van de veel voorkomende schrikreacties, de gebalde vuisten of de strakke buikspieren, de daar opgesloten emoties naar de oppervlakte gebracht en los gelaten konden worden. Cliënten herinnerden zich voorvallen van jaren geleden, waarbij ze gekwetst waren of iets tegen hun wil hadden ondergaan, terwijl ze nu de woede en wanhoop ondervonden die ze destijds niet hadden kunnen voelen. Vaak ging dat gepaard met een merkwaardige sensatie van door hun lichaam stromende energie, de zogenaamde streaming die ik zelf tijdens mijn eerste Reichiaanse sessies heb ervaren.
Ik kan dat gevoel nog altijd oproepen. Ik herinner me de spanning in mijn nek en schouders en vooral in de spieren rond mijn borstbeen. Een zo beklemmend gebied dat ik er als kind zelfs niet tegen kon als iemand het aanraakte. Ik durfde er niet eens met mijn hand naar te wijzen uit angst voor die overweldigende afschuw die ik ‘het gevoel’ noemde. Waardoor ik om het te voorkomen nog meer verstrakte. Maar ik weet ook nog hoe het voelde toen die verkrampte plekken zachter en losser werden. En daarna dat ruisende, kabbelende gevoel in mijn armen en benen. Net alsof iets te hard, en te massief begon te smelten. Was het mogelijk, vroeg Reich zich af, dat wat zijn cliënten voelde de levensenergie zelf was, die eerst gestold was en nu weer vrijelijk kon stromen?
