Reich schreef voortdurend brieven aan Freud. Hij was nog jong ongeveer vijf en dertig. Freud was tweemaal zo oud als hij en niet geinteresseerd in zo’n jong iemand. Hij had jarenlang gewerkt, de beweging was internationaal geworden. Hij had allerlei oude vakgenoten met wie hij samenwerkte. Hij was niet meer in staat om nieuwe studenten op te leiden en nieuwe verantwoordelijkheden op zich te nemen, daarom wees hij Reich af. Maar daarmee wees hij zijn beste student af. Maar Reich was een Duitser, koppig. Je kon hem maar niet zomaar afwijzen en de zaak als afgedaan beschouwen. Hij kwam toch op een afspraak die al afgezegd was. Hij belde aan en Freud deed zelf open. Ze keken elkaar aan, het was even stil. Freud zei: ‘ik heb de afspraak afgezegd’ Reich zei: ‘maar ik niet’. Een afspraak is een ontmoeting tussen twee mensen. U kunt hem wel afgezegd hebben, maar van mijn kant ben ik nog steeds beschikbaar en ik wilde komen om te laten zien dat ik de afspraak niet heb afgezegd.
Freud keek opnieuw naar Reich, het leek of hij aarzelde en zich afvroeg: ‘wat moet ik met deze man?’ Hij zei tegen hem: Ik ben oud. Jij bent jong, ik kan mijn onderricht aan jou niet afmaken. En misschien ben jij het niet met mij eens, omdat er een generatiekloof tussen ons is. Waarom zou jij je tijd verspillen? Ga zelf op pad, mijn zegen heb je. Reich bedankte Freud met tranen in zijn ogen en ging naar huis. Hij ontdekte van alles over menselijke energieen, over het functioneren van het denken en over niveaus van bewustzijn. Het was goed dat hij als student afgewezen was omdat hij daardoor totaal nieuwe wegen kon inslaan. Hij bleef er Freud zijn leven lang dankbaar voor,
