Verbonden toegang, dat geldt voor grote gebieden van onze persoonlijkheid. Dat is ons privéterrein. Het zijn de eigenschappen en voorkeuren waaraan we ons instinctief aan vasthouden, die maakt tot wat we zijn. Elke indringer in dit reservaat loopt tegen een schrikdraad aan van onze woede. Maar woede is een gezonde emotie. Het is onze eerste verdedigingslinie tegen aanvallen. Maar om gezond te blijven moet woede geuit worden. Want woede die zich niet ontlaadt kan omslaan in wrok. Boosheid is energie -in beweging en kan snel weer voorbij zijn. Wrok is passief en knaagt aan ons, maar kan exploderen in destructieve vlagen. Onze strakke , zich conformerende cultuur tolereert echter geen heftige individuele uitingen. Als kind zijn we misschien gestraft omdat we stoom afbliezen. Of je moest je er voor schamen. ‘Je bent te licht geraakt’ werd gezegd.
En zo zijn we misschien bang voor normale onvermijdelijke woede en zijn we behept met een wrok die we nooit kwijt kunnen. Vrees voor woede, de behoefte om woede in te houden, kan krampachtigheid veroorzaken. We kunnen ons geen ogenblik laten gaan, uit angst dat de woede die in ons opwelt zichtbaar wordt. Omdat krampachtigheid alle emoties afvlakt, kunnen we ook niet ongehinderd huilen, blij zijn, of andere gevoelens uiten. Wanneer de druk van de woede ondragelijk wordt, exploderen we. Heb dus respect voor ogenblikkelijke woede. Het is een belangrijke veiligheidsklep. Ook een goede relatie wordt door het uiten van woede eerder verstevigd dan verzwakt. Door die openheid zeg je tegen de ander dat je genoeg om hem of haar geeft om te laten merken wat je voelt.
