Proprioceptie is het Latijnse woord dat staat voor het vermogen om prikkels die in het lichaam ontstaan te voelen. Een proprioceptieve gewaarwording heb je als je buikpijn hebt of spierpijn, of als je je bevredigd voelt na een maaltijd of een orgasme. Veranderingen in het bindweefsel activeren ‘proprioceptors’, dit zijn kleine, gespecialiseerde zenuwuiteinden in spieren, pezen en gewrichten. Ze vormen de verbinding tussen lichaam en geest. Alle emoties zijn proprioceptieve gewaarwordingen. Dus elke emotie wordt lijfelijk gevoeld. In de taal liggen de ervaringen van generaties vast. Uitdrukkingen die we iedere dag gebruiken ontstonden omdat ze iets uitbeelden en zijn nog altijd van toepassing. Zo zegt ‘een brok in de keel’ hoe we door alle tijden heen verdriet hebben gevoeld.
Wat is een steen op de maag anders dan een probleem dat we niet aankunnen? Woede doet je bloed koken; bij teleurstelling zakt je hart in je schoenen. Frustratie is een pijnlijk gevoel in je nek. Bij spanning hebben we het gevoel dat we ‘op springen staan’. We spreken van ‘pijnlijke ervaringen’, of van ‘gekwetste gevoelens’. De pijn die we voelen als we afgewezen worden is even erg als die van een beknelde vinger. Veel van de pijn bij emoties ontstaat omdat we er niet aan toe willen geven. De ‘steen op je maag’ die we voelen is ook een manier om een sterker gevoel tegen te gaan. Maar als we niets anders doen dan pijnlijke gevoelens te onderdrukken, komt je woede of verdriet nooit naar buiten. En zolang die emoties daar blijven zijn we ook niet in staat om prettige dingen te ervaren. Resumerend; Als we onaangename gevoelens tegenhouden, houden we ook aangename tegen.
